zondag 2 januari 2011

Manna

Soera 2:61

In de Koran zijn veel fragmenten te vinden die erop wijzen dat de schrijver tenminste iets wist van wat er zoal in de Bijbel staat. Het volgende stukje doet sterk denken aan Numeri 11:
61. En herinner je dat jullie zeiden: "O Moesa! we kunnen niet (langer) één soort voedsel verdragen; vraag voor ons aan de Heer om voor ons uit de aarde te laten voortkomen: kruiden, komkommers, knoflook, linzen en uien." ...
In Numeri 11:4-5 vinden we: Wie zal ons vlees te eten geven? Wij denken terug aan de vis die wij in Egypte voor niets aten, aan de komkommers, de watermeloenen, de prei, de uien en de knoflookHet verlanglijstje in Numeri heb ik even vet gemaakt. In de Koran is het lijstje letterlijk vlees noch vis! Ook geen watermeloenen, maar daarvoor in de plaats dan weer wel linzen. Waar komen deze verschillen toch vandaan?!

De term "één soort voedsel" snappen de Bijbellezers onder ons wel: dat is het manna, een suikerachtig goedje dat het volk Israël volgens de Tora te eten kreeg tijdens de woestijnreis na het vertrek uit Egypte. De Koranschrijver lijkt dit niet te weten, ook niet dat het volk met name om vlees vroeg, vandaar het ontbreken van vlees en vis in het soera-verlanglijstje. Uit het vervolg blijkt dat de schrijver ook niet weet hoe het verhaal verder gaat. Hij geeft er een heel eigen draai aan:
(61) ... Hij zei: "Wil je het betere vervangen door het slechtere? Ga naar een nederzetting en je zult vinden waar je om hebt gevraagd!" ...
de (vermoedelijke) "kwakkel"
In Numeri is dit het moment waarop de kwartels verschijnen, de kwartels die ook worden genoemd in deze soera, al eerder in vers 57:
57. En wij waren als wolken over jullie en stuurden jullie manna en kwakkels, ...
Het vervolg in de Koran (vers 61) is duidelijk niet goed, want in de woestijn waar het volk Israël rondzwierf waren geen woonplaatsen, en al helemaal niet op zo uitgebreide schaal dat ze "een nederzetting" konden kiezen om er groenten voor het hele volk te gaan halen. Hoe dan ook, bij de groenteman kregen ze kennelijk nul op het rekest:
(61) ... Ze werden bedolven onder vernedering en ellende en haalden de woede van Allah over zich heen....
Wat er hier volgens de schrijver gebeurde wordt verder niet uitgelegd, wij moeten dat kennelijk maar raden of ergens anders opzoeken.

Tot slot nog één fragmentje van dit lange vers:
(61) ... Dat was omdat zij de tekenen van Allah ontkenden en de profeten onrechtmatig doodden...
Het verwijt van "het ontkennen van de tekenen" (letterlijker: "de tekenen bedekken") komt veel voor in de Koran. Het is een soort mantra dat steeds herhaald wordt als de Grote Fout van de "ongelovigen". Dat andere verwijt, het "doden van Zijn Boodschappers", is trouwens een anachronisme. En tenslotte: in de tijd van Mohammed was het juist de profeet (Mohammed) die anderen over de kling joeg. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...