zaterdag 26 november 2011

Liefdadigheid van één kant

Soera 2:276-278
276. Allah veegt de woeker uit, en bekrachtigt de liefdadigheid; en Allah houdt niet van ontkenners, boosdoeners.
277. Zeker, zij die geloven en goede werken verrichten en geregeld bidden en de zakaat betalen, voor hen is de beloning van hun heer; geen angst zal hen overvallen en zij zullen geen verdriet hebben.
278. O jullie die geloven! Vrees Allah en laat liggen [bij de schuldenaar] wat nog aan woeker overbleef, als jullie gelovigen zijn!
Het riedeltje in vers 277 ("voor hen is de beloning...") kennen we nog van vers 62, 112 en 262. In vers 62 was de voorwaarde "geloven in Allah en goed doen", in 112 ging het om onderwerping aan Allah (en goed doen), in 262 om belangeloos geven en hier in 277 om geloven, goede werken, betalen en bidden volgens de voorschriften.

De verzen 276 en 278 gaan echter nog steeds over het laten betalen van rente. Moslims worden ertoe opgeroepen dat niet (meer) te doen. Maar daar houdt het niet op: ook niet-moslims mogen geen rente heffen. Nu zal het de koranschrijver worst zijn geweest als niet-moslims dat van elkaar vroegen, dus waar het om gaat is dat niet-moslims geen rente van moslims mogen vragen. En nu wordt het interessant, want wat gebeurt er nou als die niet-moslims met zulke voorwaarden niet akkoord gaan? Kunnen ze het uitlenen van geld dan weigeren, of krijgen ze dan straf?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op- of aanmerkingen? Plaats ze hier...