donderdag 30 juni 2011

Giften

Soera 2:195
195. En besteed van je levensonderhoud aan de zaak van Allah en draag niet eigenhandig bij aan je ondergang, maar doe goed. Want Allah houdt van mensen die goed doen.
Met 'goed doen' wordt hier blijkbaar het doorschuiven van geld en goederen bedoeld, wat voor iemand met veel geld gemakkelijker gaat dan voor iemand die tekort komt. Maar uit dit vers kun je opmaken dat Allah eerder van rijke mensen houdt. Het midden van het vers wijst ook in die richting: moslims die door eigen schuld aan lager wal raken hebben niet alleen pech maar zijn ook nog eens fout. Waarom? Wie geen geld meer heeft kan ook niet meer aan de zaak van Allah meebetalen.

Oog om oog (2)


Soera 2:194

Goed, er is geen artikel "Oog om oog (1)", maar wel iets dergelijks. In de verzen 178-179 lazen we namelijk reeds de stelregel dat de dood van de een moet worden gewroken met de dood van een ander. In het volgende vers gaat het om - ik kan het niet anders zien - iets veel kinderachtigers.
194. De heilige maand voor de heilige maand, en alle heilige dingen, in vergelding. Als iemand iets schendt wat voor jou heilig is, doe dan iets dergelijks bij hem. Vrees Allah en onthou dat Allah met hen is die oppassend zijn.
De zalvende woorden aan het eind kunnen niet goedmaken wat eraan voorafgaat: de oproep om op de tenen van anderen te gaan staan als ze dat bij jou doen. Zou dat helpen? Daar komt toch eindeloze ruzie van? En bovendien: dit benadeelt mensen voor wie maar een paar dingen heilig zijn ten opzicht van mensen voor wie heel veel heilig is.

Wat er van dit soort verzen kan komen zie je - ik noem maar wat - bij de geschiedenis van de cartoons in Jyllands-Posten. Moslims waren boos omdat enkele Deense artiesten de heilige profeet Mohammed hadden getekend, en niet al te complimenteus. Dit was uiteindelijk nadelig voor de vrijheid van meningsuiting, een van de weinige waarden die in de Westerse wereld nog heilig zijn, en, als ik zo vrij mag zijn, veel belangrijker dan het verbod om (milde) spotprentjes op Mohammed te maken.

Tenslotte nog de vergelijking met het boek waarover de Koran zo hoog opgeeft: de Bijbel. Kunnen we in dat boek ook zulke ongezonde instructies vinden? Voor zover ik weet niet, maar wie het beter weet mag het natuurlijk zeggen.

vrijdag 24 juni 2011

Pak ze!

Soera 2:190-193

Vers 190 is het eerste vers in deze soera dat ondubbelzinnig oproept tot gewapend geweld. Onder voorwaarden, dat wel, maar onder voorwaarden die als je goed kijkt weinig om het lijf hebben. Vooruit:
190. Vecht op de weg van Allah tegen hen die tegen jullie vechten. Maar ga niet over de schreef, want Allah houdt niet van overtreders.
Op het eerste gezicht zou je denken dat hier bedoeld wordt dat moslims zich alleen mogen verdedigen, maar dat staat er niet. Wat er eigenlijk staat is dat moslims moeten vechten als er tegen ze wordt gevochten, dus niet onderhandelen, wegvluchten of incasseren. Dat is een duidelijke breuk met de lessen in de Bijbel, en dan met name met die in het Nieuwe Testament, waar Jezus bijvoorbeeld zegt:
Lukas 6:29. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt, ook je onderkleed niet.
Uit de geschiedenis is wel gebleken dat niet alle christenen zich steeds aan deze principes hebben gehouden, maar dit staat wel in hun 'lesboek'. Aan de andere kant, als moslims zouden willen doen wat Jezus zegt, dan zouden zij tegen de Koran ingaan! Zij moeten immers vechten, op de weg van Allah. En hoe? Dat lezen we hier:
191. En maak ze dood waar je ze ook vindt, en gooi ze eruit waar ze jullie eruit gegooid hebben, ...
"Neem geen krijgsgevangenen", kortom. En het gebied waar moslims ooit heersten moet worden terugveroverd. Dat klinkt meer als een strijdkreet dan als een passage uit een godsdienstig boek. Je zal de vijand maar zijn van mannen die dit soort instructies als goddelijke opdracht zien!
191. (...) want vervolging is erger dan doodslag ...
Dit is een bijzonder merkwaardige norm. Mensen (dwz. moslims) onderdrukken is dus erger dan mensen (dwz. niet-moslims) afslachten? Wie heeft dat bedacht?!
191. (...) En vecht niet tegen hen bij de onaantastbare plaats van aanbidding, tenzij ze jullie daar eerst aanvallen. Maar als ze daar vechten, maak ze dan dood. Dat is het verdiende loon van de ongelovigen.
Nou, dat weten we dan ook weer. Bij de heilige plaats (welke?) moeten moslims de aanval niet openen, maar als ze geprovoceerd worden mogen ze, nee, moeten ze de tegenstanders afmaken, heilige plaats of niet. Deze uitzondering betekent trouwens ook dat het op minder heilige plaatsen gewoon is toegestaan te vechten zonder dat de tegenstander ermee begon.

Maar 'gelukkig' voor de 'ongelovigen', er is een uitweg:
192. Maar als ze ermee ophouden, dan is Allah zeker vergevingsgezind, genadig.
We moeten dan maar hopen dat Allah's dienaren ook vergevingsgezind en genadig zijn...

Maar wacht - is het zo eenvoudig, stoppen met vechten en dan komt alles goed? Dat is maar hoe je het bekijkt. Er zijn namelijk nog wat voorwaarden voordat er echt vrede kan zijn. Het volgende vers vertelt ons welke dat zijn:
193. En vecht tegen hen tot er geen vervolging [alt.: chaos en onderdrukking] meer is, en gerechtigheid en geloof in Allah de overhand hebben. Maar als ze ermee ophouden, laat er dan geen vijandigheid meer zijn behalve tegen hen die onderdrukking beoefenen.
De kern is hier: "gerechtigheid en geloof in Allah". Anders gezegd, de islamitische wet wordt de geldende wet en de islam wordt het dominante geloof. Dat zal niet bij iedereen goed vallen, maar de vrede is dan ook niet van toepassing op "hen die onderdrukking [van de islam] beoefenen", dus wie zijn vinger nog durft op te steken zal zijn hoofd moeten missen.

woensdag 22 juni 2011

Maan

Soera 2:189
189. Ze stellen je vragen over de nieuwe maan; zeg tegen ze: "dat zijn slechts tekenen om de tijd aan te geven voor mensen en pelgrimstochten. Het is geen deugd als je huizen via de achterdeur binnengaat, het is een deugd als je oppassend bent. Ga huizen door de normale ingang binnen en vervul je plichten tegenover Allah, zodat je succes zult hebben.
Dit wat merkwaardige vers lijkt erover te gaan dat er in Mohammeds tijd een ritueel bestond waarbij men tijdens Nieuwe Maan niet door de voordeur ging. Voor de vroege aanhangers van de islam was dit kennelijk wel iets belangrijks, anders had de koranschrijver er geen woorden aan vuil gemaakt. Volgens de koranschrijver zijn dat soort rituelen niets waard, en moet de maan worden gezien als een aangever van de tijd (lees: de tijd van het jaar).

Alleen is de maan niet zo handig voor het bijhouden van de tijd van het jaar, zeker niet voor pelgrimstochten. Er gaan namelijk niet precies 12 manen in een jaar, zodat de tijd voor de pelgrimages door de jaren heen steeds op een andere datum komt te vallen. Maar de maan was als aangever van het ritme van het religieuze leven kennelijk belangrijk. Het symbool van de islam, een maansikkel met een ster, onderstreept dat. Geen wonder dat sommigen denken dat Allah oorspronkelijk eigenlijk een maangod was.

dinsdag 21 juni 2011

Verkwisting en corruptie

Soera 2:188

Zo hier en daar vinden we in de Koran een lichtpuntje, zoals dit vers:
188. Verkwist jullie vermogen niet met nutteloze dingen, en ook niet om de rechters om te kopen zodat je opzettelijk het vermogen van anderen zou kunnen verteren.
Dat je rechters niet mag omkopen lijkt mij nogal logisch. Waar ik alleen een beetje mee zit is de vraag wat de schrijver bedoelt met 'nutteloze dingen'. Is dat niet heel subjectief?

woensdag 15 juni 2011

Los vasten

Soera 2:183-187


De Koran geeft in deze soera vrij uitgebreide instructies die te maken hebben met vasten, het niet-eten met religieuze motieven. Dat is opmerkelijk, omdat we zulke instructies in de Bijbel eigenlijk niet vinden, terwijl de koranschrijver juist benadrukt dat de koran eerdere geschriften bevestigt. In de Bijbel wordt vasten wel een paar keer genoemd, als iets wat mensen doen in rouw of bij een tijd van gebed:
Lucas 5:33. Ze zeiden tegen hem: "De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de farizeeën doen, maar die van u eten en drinken maar." [34] Jezus zei: ‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is?"
Nu eens zien hoe de vroege moslims dat vasten beleefden:
183. O jullie die geloven! Vasten is jullie voorgeschreven zoals het ook was voorgeschreven aan jullie voorgangers, voor jullie zelfbeheersing*.
(*) De Engelse vertalers hadden het hier moeilijk mee. Yusufali vertaalt het Arabische begrip met "zelfbeheersing", maar anderen met "waakzaam zijn tegen het kwaad" of zelfs "het kwaad afwenden". Welke van deze vertalingen ook de juiste is, geen van deze komt overeen met wat we in de Bijbel aantreffen. De koranschrijver houdt zijn lezers dus voor de gek, of hij weet niet beter dan wat zijn religieuze tijdgenoten deden en nam aan dat ze dat deden omdat het in "het Boek" zo was voorgeschreven.

Voortbordurend op deze kennis geeft vers 184 nadere instructies, en een manier om onder vasten uit te komen:
184. (vasten) gedurende een bepaald aantal dagen, maar als iemand van jullie ziek is, of op reis, dan hetzelfde aantal andere dagen. Maar voor wie het (niet) kan opbrengen is er een losgeld: het voeden van iemand die arm is. Maar wie vrijwillig goed doet is beter af, en dat jullie vasten is beter voor jullie, weet je.
In dit vers zitten verschillende dubbelzinnigheden en onduidelijkheden. Want voor wie is nou die regeling van het afkopen van vasten: voor iemand die het vasten niet kan opbrengen, of voor iemand die het voeden van de arme wel kan opbrengen? De Engelse vertalers zijn het er in elk geval niet over eens. Verder: gedurende hoeveel dagen moet er nou worden gevast, en wanneer? En hoeveel maaltijden moet de vermogende niet-vaster aan de arme verstrekken? En tenslotte: is het nou beter om te vasten, of om een arme te voeden, of om allebei te doen? Ik vermoed dat de schrijver het laatste bedoelt, maar erg helder is het niet. Het slot, "wist je dat maar", klinkt negatief, terwijl uit het verband niet duidelijk wordt waarom. Kennelijk waren de lezers er niet gemakkelijk toe te brengen een periode te vasten.

Vers 185 is min of meer een herhaling en geeft meer details, zodat tenminste op één van de bovenstaande vragen een antwoord komt:
185. Ramadan is de maand waarin de Koran werd onthuld, als een gids voor de mensheid, ook met heldere aanwijzingen en criteria (voor goed en kwaad). Dus iedereen die paraat is moet in deze maand vasten, maar als iemand ziek is, of op reis, dan de voorgeschreven periode zoveel dagen later. Allah wil het jullie gemakkelijk maken, hij wil jullie niet in de problemen brengen, om de voorgeschreven periode vol te maken, en dat je Allah zou prijzen dat hij je heeft geleid, en dat je misschien dankbaar zou zijn.
De toon van dit vers is wel erg nederig, zo van: "Alsjeblieft jongens, maak die maand vasten nou af!" Maar wat het nut van dat gevast nou is wordt hier niet helemaal duidelijk. Vasten voor dankbaarheid? Vasten uit dankbaarheid? En kunnen we uit dit vers nou concluderen dat de Koran in één bepaalde maand is verschenen? Moeten we daaruit opmaken dat het geheel in één maand aan de schrijver is geopenbaard, of bedoelt de schrijver alleen dat het boek in de maand Ramadan werd gepubliceerd? Volgens de mohammedaanse leer is het eerste zeker niet het geval, dus dan zal het wel het tweede zijn. Maar het is hoe dan ook wel gek dat deze soera over die publicatie praat, alsof die al achter de rug is. Dan kan soera 2 dus geen onderdeel van de Koran zijn, maar iedereen weet dat 'ie er wel in zit. Hoe kan dat? Zijn er soms twee Korans?

Vers 186 vervolgens lijkt een intermezzo, of misschien een vers dat wat dieper ingaat op waar het in de vastentijd om gaat:
186. Als Mijn dienaren jou vragen stellen over Mij, Ik ben werkelijk dichtbij; Ik luister naar het gebed van iedereen die smeekt wanneer hij tot Mij roept. Laat ze dus naar Mijn oproep luisteren en in Mij geloven zodat zij op het rechte pad zullen lopen.
Tja, Allah luistert dan wel, maar wat doet hij ermee? Onmiddellijk wordt de zaak omgedraaid: de gelovigen moeten naar Allah luisteren zodat ze niet afdwalen. Het begint nu zo zoetjesaan wel op te vallen dat Allah veel vraagt zonder uit te leggen waarom en zonder iets te geven. Komt de liefde in de Bijbel ook zo van één kant? Nee, dat ziet er toch anders uit:
Mattheüs 7:7. Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 
Mattheüs 11:28. Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.
Vers 187 tenslotte sluit weer aan op de vastenvoorschriften van vers 185, maar wie denkt dat vasten een serieuze bezigheid is komt in dit vers bedrogen uit. Met het fiat van Allah wordt hier een toestand geschetst die meer weg heeft van een nachtelijk carnaval:
187. Het is jullie toegestaan in de nachten van de vastenperiode naar jullie vrouw(en) te gaan. Zij zijn jullie kleding en jullie zijn haar kleding. Allah weet wat jullie vroeger stiekem deden, maar hij heeft zich naar jullie toe gekeerd en het jullie vergeven. Ga dus nu met ze om, en onderzoek wat Allah aan jullie heeft toegewijd, en eet en drink totdat de witte draad van de dageraad te onderscheiden is van de zwarte draad; hervat dan uw vasten tot de nacht valt. Maar ga niet met jullie vrouwen om terwijl jullie je in de moskeeën teruggetrokken hebben, dat zijn grenzen van Allah waar jullie niet bij in de buurt moeten komen. Zo maakt Allah zijn openbaringen duidelijk, voor jullie zelfbeheersing.
Het is duidelijk dat moslims tot op de dag van vandaag deze regels voor de Ramadan opvolgen. Dat vasten overdag komt wel vroom over, maar 's nachts is het een heel ander verhaal - alleen is dat dus niet zichtbaar voor iedereen. Het kan aan mij liggen, maar ik vind dat een beetje schijnheilig overkomen. Het is wel interessant om te zien dat Jezus tegen zijn volgelingen precies het omgekeerde zei:
Mattheüs 6:16. Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. [17] Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, [18] zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
En o ja, met Vader bedoelt Jezus dus God, de persoon die niet alleen Jezus' Vader is, maar dus ook de Vader van de gelovigen. Dit is een cruciaal verschil met het godsbeeld waar moslims het mee moeten doen. De Allah die 's nachts een oogje toeknijpt, tegenover God de Vader die een open oog heeft voor gelovigen die echtheid belangrijker vinden dan schone schijn.

maandag 13 juni 2011

Geknoei met het testament

Soera 2:180-182

Een patroon dat we vaker in de Koran tegenkomen is een algemene regel met een opvallende uitzondering die de regel geheel dreigt te ondermijnen. De volgende familierechtelijke verzen zijn daar een voorbeeld van.
180. Het is jullie voorgeschreven dat wanneer iemand van jullie op sterven ligt en goederen nalaat dat hij een testament opmaakt voor ouders en naaste familieleden, zoals het gebruik is. Zij die Allah vrezen behoren dit te doen.
Hier onderbreek ik de lezing om alvast wat kanttekeningen te plaatsen. Want hoewel dit vers op het eerste gezicht niet zo gek lijkt, zitten er toch wat vreemde kanten aan:
  1. Waarom moet een testament pas opgemaakt worden als iemand z'n eindje ziet naderen? Dat kan toch beter eerder? Want hoe weet je of je de gelegenheid zult krijgen op je sterfbed nog wat te regelen?
  2. De begunstigden van het testament kunnen volgens dit vers alleen ouders en (andere) naaste familieleden zijn, dat wil zeggen kinderen en broers of zussen, geen kleinkinderen, neven, nichtjes of vrienden, laat staan slaven. Hiermee wordt de keuzevrijheid van de stervende al flink ingeperkt.
En er is nog iets ongerijmds. In soera 4:11 lezen we hoe een erfenis precies moet worden verdeeld, voor allerlei verschillende situaties. Daar kan natuurlijk niet van worden afgeweken. Wat heeft de aanstaande overledene eigenlijk nog te vertellen? Daarover lezen we in vers 182 meer, maar eerst moet er nog wat worden gedreigd:
181. Als iemand het testament wijzigt nadat hij het heeft gehoord, zal de schuld daarvoor rusten op degene die het veranderde. Want Allah hoort en weet het.
182. Maar als iemand vreest dat de opsteller van het testament partijdig was of fout zat, en het met de partijen eens wordt, dan draagt hij geen schuld. Want Allah is vergevingsgezind en vol genade.
Dit betekent dus dat wat de erflater ook schrijft, iemand het testament achteraf kan wijzigen. Hij hoeft maar de indruk te krijgen dat de schrijver niet helemaal op het goede spoor zat om het in de prullenmand te gooien. Hiermee is vers 180 in feite een dode letter.

donderdag 9 juni 2011

Leven om leven

Soera 2:178-179

Kent u het spreekwoord "oog om oog, tand om tand"? Wel, de koranschrijver kende het blijkbaar ook:
178. O jullie die geloven! Vergelding is jullie voorgeschreven in het geval van een moord: de vrije voor de vrije, de slaaf voor de slaaf en de vrouw voor de vrouw...
Kijk, het spreekwoord "oog om oog..." (Exodus 21:24) heeft iets redelijks: wie iemand anders mishandelt moet daarvoor op een passende manier worden gestraft. Volgens dit schema staat er dan ook doodstraf op moord. Maar wat moeten we aan met de variatie van de koranschrijver? Als bijvoorbeeld een vrouw een man vermoordt, moet er dan nog een man dood? Dit slaat nergens op!

Maar ondertussen wordt er wel degelijk iets gezegd, namelijk dat er een verschil is in de waarde van het leven van een vrije man, van een slaaf en van een vrouw. Dat is geen uitglijder van de schrijver, we zullen dit in de Koran vaker tegenkomen.

Vers 178 gaat verder op een manier die niet erg duidelijk is, maar uit de verschillende Engelse vertalingen leid ik af dat er ongeveer dit moet staan:
178. (...) Maar als de broer van de vermoorde wat toegeeflijk blijkt, willig een redelijke eis dan in en betaal hem ruimhartig een schadevergoeding. Dit is een concessie en een genadegift van jullie Heer. Wie hierna nog doorgaat wacht een pijnlijke bestraffing.
Dit is zeker een concessie, en wat voor één! Een moord kan hier dus worden geschikt met het betalen van een schadevergoeding, te voldoen aan de broer van de vermoorde, zonder tussenkomst van een rechter zo te zien. En wat nou als de dode geen broer had? Hoeft er dan ook niet te worden betaald, of is de doodstraf dan niet meer te ontlopen? Dit is zó ongerijmd dat het haast niet anders kan dan dat deze uitzondering een vorm van gelegenheidswetgeving was. Het zou me vervolgens ook niet verbazen als er een of andere traditie was die verklaart hoe deze vork in de steel zit.

Maar intussen staat het toch maar mooi in de Koran, en er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken dat dit gunstig kan uitpakken voor rijke moordenaars, en trouwens ook voor broers van moordslachtoffers. De één zijn dood is de ander zijn brood...

De conclusie van de koranschrijver is:
179. In (de wet van) de vergelding is er leven voor jullie, o mannen met verstand, dat jullie op jezelf zullen passen.
Wie dit, gezien het voorgaande, begrijpt, mag het zeggen.

Geloof

Soera 2:177
177. Het is geen vroomheid dat je het gezicht wendt naar het oosten of het westen, maar het is vroomheid om te geloven in Allah en in de Laatste Dag, en de engelen, en het Boek, en de profeten, ...
Het hele vers is langer, maar ik wil even stilstaan bij dit eerste, tamelijk opmerkelijke deel. In vers 143 van deze soera (zie "Gebedsrichting") maakte de schrijver een enorm punt van de gebedsrichting, maar nu schijnt dat er ineens niet meer toe te doen. Wat er dan wél toe doet is nog opmerkelijker. Moslims worden geacht in maar liefst vijf dingen te geloven, te weten: een godheid, engelen, bepaalde mensen, een boek en een gebeurtenis.

Dat is een rare opsomming. Je kunt geloven in God (die niet te zien is), en je kunt verder ook geloven dat Hij bepaalde eigenschappen heeft en bepaalde dingen wil en/of heeft gezegd. Maar wat is geloven in een boek? Is dat boek dan ook onzichtbaar? Een boek kun je toch gewoon lezen? Ook het geloven in "de laatste dag" is niet te vergelijken met het geloof in een god, tenzij dat geloof niet verder gaat dan geloven dat Hij er is, respectievelijk dat hij ooit komt. Kortom, het lijstje te geloven zaken is wel erg divers. En dan hebben we het nog niet eens over het probleem dat Jezus, die in de islam toch als profeet wordt geëerd, dingen heeft gezegd die totaal haaks staan op wat de Koran en de islam zeggen.

Maar goed. Behalve dat een goede moslim (in) een vijftal personen, groepen van personen, dingen en toekomstige gebeurtenissen moet geloven, moet hij ook nog een aantal tastbare activiteiten ontplooien. Namelijk:
177. (...) en te besteden van je eigen levensonderhoud, uit liefde voor Hem, aan je naaste familie, aan de wezen en de armen, aan de reiziger en aan de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven; en hou je aan de regelmatige gebeden en betaal de armenbelasting ...
Mij valt op dat hier een hele rij figuren worden genoemd die de hand ophouden, en die handen moeten kennelijk allemaal door de vrome worden gevuld. Gaat dat wel goed, vraag je je af? Afgezien daarvan: de goede daden die hier worden genoemd zijn allemaal van materiële aard. De moslim hoeft kennelijk niet van al die mensen te houden, hij moet van Allah houden. Ook de rest van dit vers heeft het niet over liefde voor de medemens (maar over het houden van afspraken en koel blijven in spannende tijden).

Komt dit een beetje overeen met wat de Bijbel te vertellen heeft? Nou, niet erg. Jezus bevestigt volgens Marcus (hoofdstuk 12) de essentie van de Joodse Wet als volgt:
30. (...) u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
31. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. 
Het sleutelwoord: liefde. De Koran is niet scheutig met dat woord, het misstaat misschien te veel tegen de achtergrond van bedreigingen, verdachtmakingen en kwaadsprekerij.

En dan nog iets. Als je erop let zie je het vaker: in de Koran is wat er niet staat vaak veelzeggender dan wat er wel staat. In vers 177 vinden we namelijk de opdracht voor de wezen te zorgen, maar weduwen worden niet genoemd. In de Bijbel worden die meestal in één adem genoemd, bijvoorbeeld in Psalm 68:
6. Vader van de wezen en Rechter van de weduwen: dát is God in Zijn heilige woning; 
Of in Jeremia 49:
11. Laat uw wezen achter, Ík zal hen in het leven behouden, en laten uw weduwen op Mij vertrouwen. 
Is er in de Koran dan niets voor weduwen geregeld? Jawel: in (totaal) één vers krijgen mannen de opdracht een weduwenpensioentje (voor 1 jaar) voor hun eigen vrouw te regelen. Hoe het dan verder moet? Wij wensen de moslimweduwen veel sterkte.

vrijdag 3 juni 2011

Geheimhouding (H)

Soera 2:174-176

Iets waar de koranschrijver zich kennelijk erg boos om heeft gemaakt is dat hij van de Bijbelkenners in zijn tijd niet te horen kreeg wat hij wilde horen. Volgens de koranschrijver hielden ze dingen voor hem verborgen, tegen betaling, vandaar dat hij ze met vreselijke straffen in het hiernamaals bedreigt:
174. Zeker, zij die delen verbergen van wat Allah in het Boek heeft onthuld, en daarmee een beetje geld verdienen, zullen daarvan alleen vuur in hun buik krijgen. Allah zal op de dag van de opstanding niet met ze praten en ze niet van smetten zuiveren; pijnlijk zal hun bestraffing zijn.
Ik vraag me af of de mensen die de koranschrijver hier bedoelt zich wel van enig kwaad bewust waren. Verzen van gelijke strekking die we al eerder in deze soera tegenkwamen (140, 146, 159) geven ook niet veel details die ons zouden kunnen onthullen waar de koranschrijver het in vredesnaam over heeft. Het moet wel heel erg zijn, want de schrijver zet zijn gloedvolle betoog nog een aantal verzen voort:
175. Zij zijn degenen die dwaling voor leiding verruilen en kwelling voor vergiffenis. Wat een toewijding om in het vuur te komen!
176.  Omdat Allah de waarheid heeft onthuld in het Boek; zij die in dat boek tegenspraak zoeken zijn duidelijk ketters.
Ja sorry, maar ik vind dat dus helemaal niet zo duidelijk. Het enige duidelijke is dat 'die anderen' zogenaamd corrupt zijn en heel erg zullen worden gestraft, nu en in het hiernamaals. En misschien is dat wel het enige wat de schrijver werkelijk wilde dat wij zouden begrijpen.

donderdag 2 juni 2011

Varkensvlees niet, maar...

Soera 2:172-173

Er zijn soms van die stukjes in de Koran die je meteen doen denken aan Bijbelpassages - hoewel het altijd nét dat beetje anders is, wat in dit geval een wereld van verschil maakt. Vers 172 is nog betrekkelijk nietszeggend:
172. O, jullie die geloven! Eet van de goede dingen die Wij aan jullie hebben verschaft, en dank Allah - als hij het is die jullie aanbidden.
De overgang van "Wij" naar "Allah" (dezelfde wordt bedoeld) is een beetje vreemd, dat zullen we maar dichterlijke vrijheid noemen. De toevoeging "als hij het is die jullie aanbidden" maakt het alleen nog vreemder, het lijkt nu wel alsof de spreker echt iemand anders is, en bovendien staat het haaks op het begin van het vers. Maar goed, zoals gezegd is dit vers nog niet al te schokkend. Het volgende vers is dat wel:
173. Hij heeft jullie alleen aas verboden, en bloed, en varkensvlees, en dat waarover een andere naam dan Allah is aangeroepen. (...)
De Bijbelpassage die hier veel aan doet denken is Handelingen 15 vers 29, de uitkomst van een vergadering van de leiders van de prille kerk in Jeruzalem, waar men een antwoord moest zien te vinden op de knellende vraag of de nieuwe gelovigen, die voor een deel niet-joden waren, zich nu ook aan de joodse (voedsel)wetten moesten gaan houden. Men kwam tot de conclusie dat dat niet hoefde, met een aantal noodzakelijk geachte uitzonderingen:
Hand. 15:29. dat u zich onthoudt van afgodenoffers, van bloed, van het verstikte en van hoererij. (...)
De overeenkomsten zijn afgodenoffers / dat waarover een andere naam is aangeroepen, bloed / bloed, en met wat flexibiliteit ook nog wel het verstikte / aas. Wat we overhouden is aan de ene kant varkensvlees en aan de andere kant hoererij (in andere vertalingen: ontucht). Wel, we kennen de vérstrekkende gevolgen van deze op het oog kleine verschillen. Moslims eten geen varkensvlees (waar trouwens om hygiënische en energetische redenen best wat voor te zeggen is) maar nemen het op seksueel vlak minder nauw: de eerste moslims hadden niet alleen verscheidene vrouwen maar hielden er ook nog slavinnen op na die ze naar hartenlust konden misbruiken, om over verkrachting van vrouwelijke 'krijgsgevangenen' nog maar te zwijgen. En Mohammed zelf dook onder de wol met een meisje dat in ons land voor een schoolkind doorgaat. De Koran verbiedt 't niet. Deze vrije moraal wordt trouwens alleen aan (moslim)mannen vergund, maar dat is een onderwerp voor een andere keer.

Doof

Soera 2:171

In deze weblog hoopte ik per artikel een stuk van de Koran te behandelen, maar omdat de Koran zo van de hak op de tak springt worden de stukken die ik per keer kan behandelen nogal kort en het aantal artikelen nogal groot. Zo gingen de verzen 168, 169 en 170 al over verschillende dingen en het nu volgende vers is weer een losstaande spreuk die zonder problemen ergens anders had kunnen staan:
171. De ongelovigen lijken op [de aangesprokenen van] een geitenhoeder die roept naar wezens die alleen naar uitroepen en geschreeuw luisteren: [ze zijn] doof, stom en blind, ze hebben dus geen verstand.
Vanuit het perspectief van de koranschrijver is minstens 90% van de Nederlanders ongelovig. En al die Nederlanders zijn dus "doof, stom, blind en zonder verstand". Als dat geen groepsbelediging is! Gelukkig hebben wij niet zulke lange tenen en halen liever onze schouders op.